⚠ Deze website wordt op zaterdag 16 november onderhouden en zal enige uren niet bezoekbaar zijn.
Voor 1850 was er een koudere periode op Aarde. Deze tijd noemt men ook wel de Kleine IJstijd.
Sinds 1850 is het op Aarde ongeveer 1 graad warmer geworden. Dat is minder dan het gemiddelde temperatuurverschil tussen Groningen en Maastricht. Er is geen reden voor paniek.
Sommige klimaatdeskundigen zeggen echter dat er wél reden is voor paniek. Zij zeggen dat het warmer wordt omdat de hoeveelheid CO2 in de lucht stijgt. De CO2-concentratie stijgt namelijk sinds 1850. Ze denken daarom dat dit de oorzaak is van de opwarming.
Als deze theorie klopt moet de temperatuur óók stijgen als CO2 stijgt. Maar dat is niet zo. Kijk maar:
De hoeveelheid CO2 en de temperatuur stijgen niet even snel. In de grafiek zie je dat de rode temperatuurlijn anders loopt dan de groene CO2-lijn.
Tussen 1945 en 1975 dáálde temperatuur maar steeg CO2-concentratie.
Na 1975 stijgt de CO2-concentratie steeds sneller. Maar in deze periode stijgt de temperatuur steeds langzamer.
De versnelde stijging van CO2 veroorzaakte dus geen versnelde opwarming.
Om over na te denken
De afgelopen 170 jaar stijgt de temperatuur soms, en daalt soms. De CO2-concentratie stijgt echter steeds. De temperatuur volgt dus niet de hoeveelheid CO2 in de lucht. Zou dat iets zeggen over de invloed van CO2 op de temperatuurverandering?
Ko Klimaat duikt met Einstein in de oude meetgegevens.
De meetgegevens van de temperatuur komen van weerstations op de grond. Vanaf 1979 worden ook metingen gedaan met satellieten. De metingen met satellieten geven een betrouwbaar beeld van de opwarming van de Aarde.
Er zitten verschillen tussen de metingen van de weerstations op de grond en satellieten:
Dit opmerkelijke verschil is te verklaren doordat satellieten de temperatuur meten van de hele Aarde. Dus ook boven zee en afgelegen gebieden met weinig meetstations.
Het nadeel van weerstations op de grond is dat ze vooral in buurt van steden waar de temperatuur meestal hoger is.
Om over na te denken
Geven de weerstations op de grond wel een goed beeld van de temperatuur op de hele Aarde?
Ko Klimaat duikt met Einstein in de oude meetgegevens.
Sommige deskundigen zeggen dat het nu heel snel opwarmt. Ze zeggen dat dit uitzonderlijk is.
Maar dit klopt niet. De huidige opwarming is niet bijzonder. Vroeger werd het ook soms snel warmer.
Sinds 1850 is de gemiddelde temperatuur op Aarde met ongeveer 1 °C gestegen. Dit is de blauwe lijn in de grafiek. Je ziet dat er vaker periodes zijn waarin de temperatuur net zo hard stijgt. De huidige opwarming (blauwe lijn) is niet groter dan de opwarming in de Middeleeuwen (oranje lijn).
In de ijstijden kwamen volgens een onderzoek [1] grote schommelingen in de temperatuur van meerdere graden per 10 of 100 jaar zelfs heel vaak voor. Het laat zien dat ook zonder menselijke invloed dit soort snelle veranderingen gemakkelijk gebeuren.
Om over na te denken
Is de huidige snelheid van de opwarming wel zo bijzonder?
1 bron onderzoek: www.ncdc.noaa.gov
Ko Klimaat duikt met Einstein in de oude meetgegevens.
De temperatuur kan plaatselijk op en neer gaan zonder dat er echt sprake is van een opwarming of afkoeling van de Aarde. Dat komt door:
Door deze processen kan de temperatuur in een bepaald gebied een halve graad veranderen. Dat zegt dan niets over de opwarming of afkoeling van de Aarde.
Om over na te denken
Wat zeggen lokale veranderingen over het klimaat op Aarde?
Ko Klimaat duikt met Einstein in de oude meetgegevens.